Hulpmiddelen in de Wlz

Krijgt u zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz)? Dan heeft u mogelijk hulpmiddelen nodig. Of u een Wlz-hulpmiddel kunt krijgen hangt af van 2 dingen. Namelijk de leveringsvorm van uw zorg en het soort Wlz-hulpmiddel dat u wilt. 

 

Verschillende soorten Wlz-hulpmiddelen

In deze tabel ziet u in de linkerkolom een overzicht van de verschillende soorten Wlz-hulpmiddelen. In de rechterkolommen ziet u wanneer u wel of niet recht heeft op een bepaald Wlz-hulpmiddel. Hieronder vindt u meer informatie per type Wlz-hulpmiddel:

 

Hulpmiddelen die noodzakelijk zijn voor zorg in de instelling

Verblijft u in een instelling die u ook een behandeling biedt? Dan vallen alle hulpmiddelen die noodzakelijk zijn voor de zorg onder de Wlz. Deze hulpmiddelen zijn altijd persoonsgebonden.

Bijvoorbeeld:

  • orthopedische schoenen;
  • een prothese;
  • steunkousen.

Het kan ook gaan om niet-persoonsgebonden hulpmiddelen. Ze zijn wel voor individueel gebruik, maar worden niet speciaal voor een cliënt aangepast.

Bijvoorbeeld:

  • incontinentiemateriaal;
  • een infuuspomp;
  • verbandmateriaal.

 

Roerende voorzieningen die later door andere cliënten kunnen worden gebruikt

Dit zijn hulpmiddelen die meer mensen kunnen gebruiken of hergebruiken. Soms zijn ze wel voor een persoon aangepast. Maar dan zijn ze met een kleine aanpassing weer door iemand anders te gebruiken. U komt in aanmerking voor roerende voorzieningen als die noodzakelijk zijn voor uw verzorging. Of als ze ervoor zorgen dat u met een beperking uw woonruimte normaal kunt gebruiken.

Bijvoorbeeld:

  • een glijplank;
  • een hoog-laagbed;
  • een postoel;
  • een verrijdbare tillift.

 

Mobiliteitshulpmiddelen voor individueel gebruik

Met deze hulpmiddelen kunt u zich verplaatsen of laten verplaatsen:

  • in en rond de instelling of uw woning (om uw zelfredzaamheid te behouden of verbeteren);
  • in de lokale omgeving (zodat u sociale contacten kunt aangaan of onderhouden).

 

De mobiliteitshulpmiddelen in de Wlz zijn:

  • een rolstoel en een scootmobiel. Niet alleen standaardmodellen, maar ook op maat gemaakte modellen. Met of zonder elektrische hulpaandrijving, duwondersteuning of hulpmotor;
  • een niet algemeen gebruikelijke fiets;
  • een niet algemeen gebruikelijke duw- of wandelwagen voor minderjarigen;
  • een niet algemeen gebruikelijk autostoeltje voor minderjarigen.

 

Aanpassing aan verblijfsruimten in een instelling

Voorbeelden van aanpassingen aan verblijfsruimten binnen een instelling zijn:

  • het aanpassen van een doucheruimte;
  • het plaatsen van rolstoelbrede deuren;
  • het wegbreken van drempels.

Hulpmiddelen kunnen ook onderdeel van zo’n aanpassing zijn. Bijvoorbeeld het plaatsen van een vaste tillift, traplift, wandsteunen, douchesteun of douchezitje.

 

Hulpmiddelen voor toezicht

Voorbeelden van hulpmiddelen voor toezicht zijn:

  • alarmeringssystemen en camera’s.

Het gaat om alle kosten van de technische voorzieningen. Ook alle bijkomende kosten zoals de aansluiting, het abonnement en kosten voor oproep.

 

Benodigdheden voor verpleging en verzorging

Hieronder vallen middelen voor verpleging en persoonlijke verzorging van een cliënt.

Bijvoorbeeld:

  • steriele handschoenen;
  • wegwerphandschoenen;
  • nierbekkens;
  • mondkapjes;
  • schorten.

Maar ook materialen om infecties te voorkomen zoals pincetten.

 

Wie beoordeelt welke hulpmiddelen u nodig heeft?

De beoordeling hangt af van waar u woont

 

Beoordelaar bij verblijf in een Wlz-instelling

Bij verblijf in een Wlz-instelling beoordeelt de instelling of u een Wlz-hulpmiddel nodig heeft. Er is 1 uitzondering. Dit is voor mobiliteitshulpmiddelen voor uw persoonlijk gebruik. Hiervoor beoordeelt het zorgkantoor welk hulpmiddel voor u het beste is.

 

Beoordelaar bij verblijf thuis

Verblijft u thuis met een Volledig pakket thuis (vpt), Modulair pakket thuis (mpt) of Persoonsgebonden budget (pgb)? Dan kunt u weinig hulpmiddelen uit de Wlz krijgen. U vraagt de hulpmiddelen die u nodig heeft zelf aan bij uw zorgverzekeraar of uw gemeente. Uw thuiszorgaanbieder of zorgkantoor speelt dan géén rol in de beoordeling.

Er is een uitzondering. Uw thuiszorgaanbieder beoordeelt namelijk wél bij hulpmiddelen voor toezicht, verpleging en verzorging. Die vallen bij verblijf thuis met een vpt, mpt en pgb namelijk onder de Wlz.

Hulpmiddelen bij logeren in thuissituatie na verhuizing naar instelling

Verhuist u naar een Wlz-instelling en logeert u regelmatig thuis, dan kunt u de benodigde hulpmiddelen die u al heeft, thuis behouden. Hoe u dit regelt, leest u in de regelhulp van de Rijksoverheid.